De LBKR is sinds gisteren officieel een vereniging
De LBKR is sinds gisteren officieel een vereniging. De gloednieuwe vereniging, de vierde in de branche, ziet de toekomst positief tegemoet en wil zich de komende tijd flink profileren.
— Advertentie —
Gisteren werd de LBKR officieel tot vereniging benoemd. Voorzitter Jos Post is trots: “Na het formele gedeelte bij de notaris gisteren, hebben we onze eerste bestuursvergadering als vereniging gevoerd en daarna de eerste algemene ledenvergadering. Die verliep erg goed. De leden zijn erg enthousiast en daar krijgen wij een hoop positieve energie van.”
Wij luisteren naar onze achterban
De LBKR is naast FAM, VRB en BOVAG de vierde vereniging in de branche. Kunnen ze zich wel onderscheiden? Post vindt van wel: “Wij luisteren echt naar onze achterban, dat is onze kracht. Dat riepen onze leden gisteren tijdens de ALV ook, dat zij ook het gevoel hebben echt gehoord te worden en dat vinden wij belangrijk. En daarnaast laten wij met daden zien dat wij ook echt dingen gedaan krijgen voor onze leden. Dat hebben wij vorig jaar wel laten zien en dat willen we ook blijven doen.”
Positief over samenwerking
Ook de samenwerking met de andere verenigingen ziet de LBKR positief tegemoet. Post:”Natuurlijk beseffen wij dat anderen nu nog ‘mentaal’ aan ons moeten wennen. Opeens is er een vierde partij, dat snappen wij wel. Het huidige contact is niet goed en niet slecht, er is zo af en toe contact en dat zullen we verder uit moeten bouwen. Het is nu eenmaal zo dat de anderen niet meer om ons heen kunnen. Wij zijn hier en daar hebben we recht op. We hebben er vertrouwen in dat we in de toekomst goed samen zullen werken.”
Serieuze organisatie met goede ideeën
Ook met het Ministerie van I&W hoopt de LBKR een goede relatie op te bouwen. Post:” Natuurlijk heeft het Ministerie ook vorig jaar al van ons gehoord maar alleen via anderen. We hopen binnenkort aan tafel te zitten en te kunnen laten zien dat wij een serieuze organisatie zijn met goede ideeën en een grote achterban. Wij verwachten dat zij dan ook een ander beeld van ons krijgen.”